maandag 12 augustus 2013

1938 - Yvonne Broekmans

 

1938
.
Ik neem mijn vaders handen want ze trillen
Ze ruiken naar de wilgen bij de sloot
waar hij mij zelfgemaakte fluitjes bood
als 't  hout zo jong was dat je het kon schillen.
 
Het voelt niet zo vertrouwd als ik zou willen.
Ondanks het hoorbaar fluiten van de dood
is zijn geheim voor mij nog steeds te groot.
Hij schokt. Ik hoor mezelf om uitleg gillen.
 
Je moeder was heel wijs. Ik had geen klagen.
Zijn hand schuift los. Hij reikt met moe gebaar
een foto aan als antwoord op mijn vragen.
 
Twee jonge mannen, armen om elkaar.
Het was, zegt hij, zo anders in die dagen.
De achterkant schrijft 'eeuwig' en het jaar.
 


Yvonne Broekmans
 

Won de Apollo Poëzieprijs Amsterdam en de George Leroyprijs Waregem.
Verscheen eerder in Maatstaf, Bloemlezing Gedichten 2000 Davidsfonds, Nymph, Lyra, Opspraak en Poëziepuntgl.

Geplaatst met sympathieke toestemming van Yvonne Broekmans.
 
.

12 opmerkingen: